Hof van Beroep Antwerpen, 17 juni 2014, onuitg., 2013/AR/284

In afwijkingen de paragrafen 1 en 2 van art. 15 van het Dubbelbelastingverdrag België-Luxemburg geldt een bijzondere regel, wanneer blijkt dat de dienstbetrekking wordt uitgeoefend (onder meer) aan boord van een schip in de binnenvaart in internationaal verkeer. Om van internationaal verkeer te kunnen spreken moet het schip minstens in twee landen worden geëxploiteerd.

Een contextuele interpretatie te goeder trouw van het begrip “onderneming” in art. 15 § 3 van voornoemd dubbelbelastingverdrag leidt tot het besluit dat dit verdrag refereert aan de onderneming die het schip exploiteert in internationaal verkeer.