Document
Ond.Rb.Antw., 15 januari 2019, onuitg., A/17/7164
Wanneer schade wordt toegebracht aan een schip dat zich wel al op de laad- of losplaats bevindt, maar op een ogenblik dat de uitvoering van de laad- of losoperaties nog niet zijn aangevat, geldt de quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent, t.w. de stuwadoor, niet en kan derhalve de stuwadoor rechtstreeks op buitencontractuele grondslag in vergoeding van de schade worden aangesproken.
De terminal kan zich daarbij ook niet beroepen op algemene voorwaarden die met de opdrachtgever werden overeengekomen en ten aanzien waarvan de schadelijder een derde is.
Wanneer een (ander) schip wordt geladen met een kraan, wordt evident een fout begaan indien tijdens die belading de kraan de brug van een ander schip raakt. Dergelijke raak wordt veroorzaakt door een foutieve inschatting of een verkeerd uitgevoerd manoeuvre.
Het is niet omdat het schip is toegekomen op de plaats waar het moet worden geladen of gelost en de laad- of losterminal als uitbater en plaats aanduidt waar het schip moet liggen in afwachting van geladen en gelost te worden dat de lading/lossing al een aanvang heeft genomen.