Document
Arr.Rb. Rotterdam, 31 juli 1992, S.&S., 1992, nr. 93
Overeenkomst de IVR (Rijn)regels zijn de ladingbelanghebbenden gehouden in de averij grosse bij te dragen, tenzij het evenement een gevolg is van een grove navigatiefout dan wel opzet aan de kant van de vervoerder. De bewijslast daarvan rust op de ladingbelanghebbenden.
Zelfs indien de vervoerder voor een binnenlands vervoer te water tegen inontvangstneming van de lading CMR-vrachtbrieven heeft ondertekend, kan de ladingbelanghebbende zich niet beroepen op het ontbreken in het CMR-verdrag van een regeling voor averij grosse, om aan een dergelijke regeling te ontsnappen, daar zij, professioneel werkzaam in deze vervoersbranche, wist, althans kon weten, dat wettelijk dergelijk vervoer verplicht diende afgesloten te worden overeenkomstig de Bevrachtingsvoorwaarden 1981, waarvan art. 71 toepassing van de IVR (Rijn)regels voorziet, alsmede dat de CMR is geschreven voor het vervoer van goederen over de weg).