Ondernemingsrechtbank Antwerpen, afdeling Antw., 1ste Kamer, 14 november 2018, onuitgegeven, A/12/8206 – A/12/9146 – A/12/10011 – A/12/10746 – A/13/199 – A/13/2355

Het feit dat de stuwadoor instaat voor de belading en het vast zetten van de lading en hiervoor gespecialiseerd personeel in dienst heeft, neemt niet weg dat de schipper er (zelf) voor instaat dat het laden, het stuwen en het vastzetten van de goederen de veiligheid van het schip niet in gevaar brengt.
Het is zijn taak toezicht uit te oefenen op de stuwadoor en er voor te zorgen dat hij dit toezicht ook effectief kan uitoefenen. Derhalve dient de schipper er voor te zorgen dat hij zich zodanig organiseert dat kan worden toegezien op de volledige laadoperatie en hij desgevallend daartoe de schipperse of een matroos dient in te zetten. Hij kan zich alleszins niet beroepen op een onderbezetting op zijn schip om een gebrek aan toezicht te rechtvaardigen.
Tevens voldoet de schipper niet aan zijn toezichtverplichting wanneer hij op het einde van de belading, vooraleer de reis wordt aangevat het vastzetten van de staalrollen nagaat. Gezien de aard van de lading, dient hij er ook tijdens de belading (en niet enkel net voor de afvaart) op toe te zien dat de staalrollen behoorlijk zij vastgezet.
Ook al is het hier manifest dat door de (aangestelden van) van de stuwadoor zware tekortkomingen werden begaan, en inzonderheid de manier waarop de staalrollen werden vastgezet, zelfs haast amateuristisch is te noemen, is de schipper alleen verantwoordelijk voor de schade aan zijn schip als gevolg van het zinken ervan, gezien volgens art. 3.5 CMNI de vervoerder zelf instond voor de veiligheid van zijn schip n.a.v. het laden, stuwen en vastzetten van de goederen. Bijgevolg kan de schipper ook de kosten van berging niet verhalen en heeft hij evenmin aanspraak op vergoeding van de door het incident veroorzaakte economische schade.
Wat de ladingschade betreft, dient opgemerkt dat art. 18.2 er niet aan in de weg staat dat de vervoerder zich beroept op de ontheffing van aansprakelijkheid voorzien in art. 18.1.b CMNI indien het verlies of de schade het gevolg is van het behandelen en het stuwen van de goederen door de afzender. Dit is het geval gezien de zware tekortkomingen van de stuwadoor bij het laden, stuwen en vastzetten.
Het Havenbedrijf kan in de gegeven omstandigheden zijn schade verhalen zowel op de vervoerder als op de stuwadoor.