Skip to main content

Document

ADDITIONEEL PROTOCOL BETREFFENDE DE TOETREDING VAN NEDERLAND TOT DE WIJZIGINGEN DOOR HET VERDRAG VAN VERSAILLES AANGEBRACHT IN DE AKTE VAN MANNHEIM VAN 1868, OPGEMAAKT TE PARIJS op 29 MAART 1923

Met het oog op de verschillende opvattingen over de uitleg, welke gegeven moet worden aan de bepalingen betreffende de besluiten van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart, en teneinde in afwachting van de inwerkingtreding van de herziene Ajte, bedoeld bij artikel 354 van het Verdrag van Versailles, practisch de uitoefening der werkzaamheden dier Commissie te verzekeren, zijn de ondergetekenden, Gedelegeerden der Regeringen van België, Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië en Nederland, overeengekomen de bedoelde bepalingen op de volgende wijze toe te passen:
De besluiten der Centrale Commissie voor de Rijnvaart worden genomen met meerderheid van stemmen.
Geen Staat is gehouden de uitvoering van diegene der besluiten te verzekeren, aan welke hij zijn goedkeuring mocht weigeren.
De onderhavige conclusie zal beschouwd worden als makende een integrerend deel uit van het Protocol, dat de 21 januari 1921 te Parijs is getekend.