Document
Kh. Antwerpen, 1ste Kamer, onuitg., AR 1982/02
Het beding waarbij “de koper verklaart het schip te hebben gezien en gekeurd en te kopen in de staat waarin het zich bevindt en het voldoende te kennen en te aanvaarden zonder waarborg voor zichtbare en onzichtbare gebreken, met al zijn inventaris aan boord geschikt voor de internationale vaart waarvan de koper het recht heeft om een inventarislijst te maken” is volkomen rechtsgeldig, tenzij de verkoper het gebrek kende. Daarbij kan een binnenvaart-onderneming die haar schip verkoopt niet worden gelijkgesteld met een fabrikant of een professionele verkoper. Nu niet is gebleken dat de verkoper de gebreken kende, is de betreffende clausule dan ook rechtsgeldig.
Door een classificatiecertificaat af te geven garandeert het classificatiebureau niet dat het schip tot de volgende keuring aan de normen zal voldoen. In de mate dat het binnenschip al bij de verkoop gebrekkig was, hadden de gebreken kunnen worden waargenomen door het classificatiebureau dat door de koper was ingeschakeld. In het licht daarvan alleen reeds faalt een vordering tot vrijwaring jegens de verkoper ervan.