Skip to main content

Document

Rb. Antwerpen, 12 juni 2023, onuitg., 22/1418/A en 26 juni 2024, 23/634/A, onuitg.

Om van internationaal verkeer, zoals bedoeld in art. 15 § 3 DBV België-Luxemburg te spreken, dient het schip in minstens twee landen geëxploiteerd te worden. Artikel 15 § 3 DBV België-Luxemburg betreft een afwijking op art. 15 §§1 en 2. Er dient dan ook geen opdeling gemaakt te worden tussen de dagen waarop het schip grensoverschrijdende transporten doet en de dagen waarop de transporten binnen de nationale grenzen worden uitgevoerd.
Zodra het schip in minstens twee landen geëxploiteerd wordt, komt de heffingsbevoegdheid dan ook uitsluitend toe aan het land waar de werkelijke leiding van de exploitant van het schip gelegen is. Het exploitatiecertificaat en de Rijnvaartverklaring, die enkel worden verleend indien de werkelijke leiding van de exploitant zich in Luxemburg bevindt, leveren een vermoeden op dat de werkelijke leiding van de exploitant zich ook effectief in Luxemburg bevindt.