Skip to main content

Document

Hof Antwerpen, 4de Kamer, 23 september 2008, onuitg., 2006/AR/1428

Daar de WRB van aanvullend recht is, kan zowel op het vlak van de vergoeding voor lig-, overlig- en extra overligtijden als op het vlak van wie deze vergoedingen moeten gevorderd worden, anders worden overeengekomen en aldus worden afgeweken van art. 25 WRB op grond waarvan het overliggeld op de losplaats door de geadresseerde verschuldigd is.
Wanneer de ladingbelanghebbenden die bij lossing van het schip van oordeel zijn dat er schade werd berokkend, het schip zonder verdere instructies gedurende 11 dagen op de losplaats laten liggen, zijn zij gehouden het daardoor ontstane tijdverlet te vergoeden.
Degene die zichzelf in het cognossement als vervrachter uitgeeft en die in eigen naam instructies geeft aan de vervoerder en in eigen naam nieuwe afspraken bevestigde met betrekking tot ligtijd en overliggeld, is geen scheepsbevrachter-tussenpersoon, maar we bevrachter-opdrachtgever van de vervoerder.